diverteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diverteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
Werkwoord
diverteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
diverteren |
diverteerde |
gediverteerd |
zwak -d | volledig |
- iemand op een aangename manier vermaken
- ▸ Catharina keek om zich heen alsof zij wilde dat iemand haar kwam diverteren.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord diverteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.