districtchef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·trict·chef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord districtchef districtchefs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de districtchefm

  1. (beroep) leidinggevende bij de politie
     De aanhouding en het geweld tegen de verdachte worden onderzocht, zegt Anja Melis, districtchef Zuid van de Rotterdamse politie.[1]
     Oud-districtschef Gerda Dijksman van de politie in Zuidwest Drenthe gaat aan de slag bij de politie Friesland.[2]
     De districtchef van de politie in Oslo verklaarde eerder dat het niet mogelijk was om eerder op het eiland te komen omdat er door recente bezuinigingen geen helikopter beschikbaar was. Ook zou de ontstaande chaos de reactiesnelheid van de politie hebben belemmerd. Sinds er steeds meer details naar buiten komen over het handelen van de politie tijdens de aanslagen groeit ook de kritiek.[3]


Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Politie R'dam 'geschokt' door filmpje” (Dinsdag 19 juni 2012, 18:52), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Nieuwe baan voor twitterende politiechef” (Zaterdag 16 april 2011, 12:32), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Noorse Delta Force-eenheid koos wél kortste route” (Woensdag 17 augustus 2011, 11:52), NOS