dienstbetoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de peilers van het spoorwegverkeer snelheid, veiligheid en dienstbetoon
Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·be·toon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstbetoon dienstbetonen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dienstbetoono

  1. dienstverlening aan klanten en bezoekers
    • Nederland is de laatste vijf decennia veranderd van een land waarin dienstbaarheid een deugd was in een land waar dienstverlening laag op de agenda staat. Heette het in 1950 nog dat iemand zijn plaats kende – vandaag de dag wordt dat ervaren als horigheid. Daarom voelen alle partijen zich ongemakkelijk bij het dienstbetoon op het terras. Wie bedient, moet sjouwen op bestelling. Dat valt niet mee, in een tijd waarin iedereen ‘respect’ eist.[2] 
    • Wat volgde was een slotvuurwerk van ongekende omvang met smileys en olympische ringen. De sfeer tijdens en rond de openingsceremonie was open en vriendelijk. Niet alleen het enthousiasme van het Chinese publiek, maar ook het dienstbetoon van vrijwilligers op straat lijkt waar te maken wat Rogge vanavond over Peking zei: One world, One dream. You are the dream.[3]  
  2. in België bemiddeling en hulp van een politicus speciaal voor zijn kiezers
    • Ook bij het toepassen van de Wet-Lejeune voor vervroegde invrijheidstelling wordt soms geopperd dat de minister politiek dienstbetoon de doorslag doet geven. Als voorbeeld hiervan noemt Eliaerts een dokter die patiënten onder narcose had verkracht en die na twee jaar vrijkwam. Benoemingen naar politieke kleur hoeven niet slecht te zijn, vindt de criminoloog. “Een zekere spreiding van politieke overtuiging is logisch.” Verwerpelijk noemt hij benoemingen die louter politiek zijn. “Ik zeg niet dat alle magistraten onbekwaam zijn, maar er zitten tussen die ongekwalificeerd zijn en dat is te wijten aan politieke voorspraak.” [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hessel Zondag 31 maart 2011
  3. NRC Bettine Vriesekoop 9 augustus 2008
  4. NRC Birgit Donker 20 augustus 1996
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be