dessen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- des·sen
Zelfstandig naamwoord
de dessen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord des
Duits
Uitspraak
- IPA: / ˈdɛsən /
Woordafbreking
- des·sen
Betrekkelijk voornaamwoord
dessen
- wiens (genitief enkelvoud mannelijk en onzijdig van de betrekkelijke voornaamwoorden der en das)
- «Das Bett, dessen Matratze sehr hart war, habe ich verkauft.»
- Het bed, wiens matras erg hard was, heb ik verkocht.
- «Das Bett, dessen Matratze sehr hart war, habe ich verkauft.»
Uitdrukkingen en gezegden
- dessen ungeachtet
toch