defensieplan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·fen·sie·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van defensie zn en plan zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | defensieplan | defensieplannen |
verkleinwoord | defensieplannetje | defensieplannetjes |
Zelfstandig naamwoord
het defensieplan o
- (politiek) (militair) voorgenomen beleid betreffende de militaire verdediging van een gebied
- ▸ Japan tergt China met defensieplan[1]
- ▸ Vanaf vandaag komt er ook een nieuw defensiefonds. In de pot zit voorlopig 500 miljoen euro. Nederland gaat daar eveneens aan meedoen. Dat is niet helemaal vrijblijvend, want we beloven om jaarlijks twintig procent van het defensiebudget aan investeringen uit te geven. Ook moet er elk jaar een defensieplan komen en we moeten meedoen, financieel of met mankracht, aan missies waartoe Pesco besluit. De besluiten moeten wel unaniem worden genomen door de landen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord defensieplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Japan tergt China met defensieplan” (Vrijdag 17 december 2010, 12:19), NOS
- ↑ Weblink bron “Europese landen om de tafel voor gezamenlijke defensie-afspraken” (Maandag 13 november 2017, 12:42), NOS