daarover

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daar·over
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     over  
 persoonlijk     erover  
aanwijz.   nabij     hierover  
  veraf     daarover  
  vragend/betrekk.     waarover  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
daarover

  1. over dat, over die
    • Daarover werd niet gerept. 
    • Daar werd niet over gesproken. 
    • Toen hij de onvoldoendes zag op het rapport van zijn zoon verbaasde hij zich daarover. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be