crosscircuit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cross·cir·cuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crosscircuit crosscircuits
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het crosscircuito

  1. (sport) groep crosswedstrijden in het kader van een kampioenschap
     De Zwitser Jeremy Seewer eindigde als derde op het crosscircuit van Kegums en staat tweede in het WK, met zeventig punten minder dan Herlings.[1]
     Andrea Deelstra heeft de Mastboscross in Breda, de vierde wedstrijd uit het Crosscircuit, gewonnen. De Groningse atlete bleef in de race over ruim 7,6 kilometer de Britse Stephanie Barnes acht seconden voor aan de finish. Ruth van der Meijden eindigde als derde op achttien seconden.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Motorcrosser Herlings heerst ook in Letland” (Zondag 1 mei 2016, 17:04), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Deelstra wint Mastboscross in Breda” (Zondag 31 januari 2016, 16:53), NOS