coronarisicogebied

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ro·na·ri·si·co·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coronarisicogebied coronarisicogebieden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het coronarisicogebiedo

  1. regio waar de kans groot is dat je besmet raakt met SARS-CoV-2
    • In het coronarisicogebied kreeg het kabinet alle steun van de bevolking voor de aanpak. 
     De terugkeer van zo’n grote groep uit een coronarisicogebied levert veel vragen op.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 december 2020 Weblink bron
    GGD Groningen (geciteerde tweet)
    “Wat als die negenhonderd in Italië skiënde studenten straks terugkomen?” (5 maart 2020) op nrc.nl op Wikipedia