conflictvermijdend

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·flict·ver·mij·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen conflictvermijdend conflictvermijdender conflictvermijdendst
verbogen conflictvermijdende conflictvermijdendere conflictvermijdendste
partitief conflictvermijdends conflictvermijdenders -

Bijvoeglijk naamwoord

conflictvermijdend

  1. van gedrag dat het gericht is op het behouden van de vrede (en daardoor meningsverschillen verdoezelend)
     Soms moet je iemand eens flink de waarheid durven zeggen, en daar had ik moeite mee. Het nadeel van een beschermende, vrije opvoeding is dat je conflictvermijdend wordt."[1]
     ,,Nee, ik ben daar niet de persoon voor. Ik ben een beetje conflictvermijdend, zeker bij een nieuwe werkgever. Dan wil ik niet bij binnenkomst 2-0 achter staan. Ik ga niet alleen een salarisrelatie aan, maar ook een sociale relatie. Ik heb het idee dat ik die onder druk zet als ik onderhandel.”[2]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron
    Ditta op den Dries
    “Nicole is altijd op zoek naar het geluk” (21-07-2017), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron
    Babette Rijkhoff
    “Kevin (33): ‘Als wetenschapper moet je jezelf terugverdienen en geld binnenhalen’” (28-08-2021), Tubantia