vredelievend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vre·de·lie·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vredelievend vredelievender vredelievendst
verbogen vredelievende vredelievendere vredelievendste
partitief vredelievends vredelievenders -

Bijvoeglijk naamwoord

vredelievend [1]

  1. houden van de vrede, tegen ruzie of oorlog zijn
    • Ghandi was een vredelievend politicus, voor zijn gelijknamige opvolgers geldt dat minder. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen