colsjaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·sjaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van col zn "opstaande kraag" en sjaal zn "om de hals gedragen kledingstuk"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | colsjaal | colsjaals |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de colsjaal m
- (kleding) koker van soepel textiel die men om de hals kan dragen
Een colsjaal kan verschillende functies hebben: de keel warm houden, de hals minder zichtbaar maken of gewoon versiering.- ▸ Afgelopen winter waren bevroren oren het resultaat van het opvolgen van het bevel om geen colsjaal om te doen.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. koker van soepel textiel die men om de hals kan dragen
Gangbaarheid
- Het woord colsjaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron R. Moelker“Brieven : Zwarte bladzijde” (7 februari 1987) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal