colsjaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Schlauchtuch beerenfarben Buff
Uitspraak
Woordafbreking
  • col·sjaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord colsjaal colsjaals
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de colsjaalm

  1. (kleding) koker van soepel textiel die men om de hals kan dragen
    Een colsjaal kan verschillende functies hebben: de keel warm houden, de hals minder zichtbaar maken of gewoon versiering.
     Afgelopen winter waren bevroren oren het resultaat van het opvolgen van het bevel om geen colsjaal om te doen.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 februari 2022 Weblink bron
    R. Moelker
    “Brieven : Zwarte bladzijde” (7 februari 1987) op nrc.nl op Wikipedia