checkt na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • checkt na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nachecken

checkt na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nachecken
    • Jij checkt na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nachecken
    • Hij checkt na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nachecken
    • Checkt na! 


Gangbaarheid