checkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • checkt

Werkwoord

vervoeging van
checken

checkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van checken
    • Jij checkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van checken
    • Hij checkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van checken
    • Checkt!