carnavalsdinsdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- car·na·vals·dins·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalsdinsdag | carnavalsdinsdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalsdinsdag m
- de dinsdag voor Aswoensdag, de laatste dag van het carnavalsfeest
- ▸ Het is een traditie die al sinds de Middeleeuwen bestaat: ganstrekken op carnavalsdinsdag. In Nederland gebeurt dat alleen nog in het Limburgse Grevenbicht. Maar deze editie was net even anders dan de voorgaande paar honderd jaar: er werd voor het eerst een kunstgans gebruikt in plaats van een dode gans.[1]
- ▸ ENSCHEDE - Alaaf! Carnaval staat voor de deur. Voor de één betekent dat een weekeinde lang de gordijnen dicht, voor de ander drie, vier of vijf dagen feesten. Behoor jij tot die laatste categorie? Met deze vijf tips houd jij het ook op Rosenmontag en carnavalsdinsdag nog vol![2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'carnavalsdinsdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Plastic vogel vervangt dode gans om traditie levend te houden” (Woensdag 6 maart 2019, 09:21), NOS