breit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- breit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
breien |
breit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breien
- Jij breit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breien
- Hij breit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van breien
- Breit!
Duits
Bijvoeglijk naamwoord
breit
Papiaments
Zelfstandig naamwoord
breit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 5
- Bijvoeglijk naamwoord in het Duits
- Woorden in het Papiaments
- Zelfstandig naamwoord in het Papiaments