bioscoopbedrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·scoop·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bioscoopbedrijf bioscoopbedrijven
verkleinwoord bioscoopbedrijfje bioscoopbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het bioscoopbedrijfo

  1. (filmkunst) (economie) onderneming die films vertoont in een filmzaal
     Het bioscoopbedrijf overweegt nog in beroep te gaan tegen de uitspraak. Dat zou onder meer kunnen op basis van een ander onderdeel van de wet, waarin staat dat de voorzieningen niet hoeven te worden getroffen als er sprake is van een "onnodige last". De twee tolken zouden enkele honderden dollars per film kosten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Rechter VS: bioscopen moeten voorzien in doofblindentolk” (Zaterdag 7 oktober 2017, 03:11), NOS