bijvangst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bijvangst van een garnalenvisser
Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·vangst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijvangst bijvangsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bijvangstv

  1. vissen en andere dieren die een visser vangt zonder dat dit de bedoeling was; vangst zonder economische waarde
    • Verder zijn ze het niet eens met de Europese aanlandplicht. Die verplicht vissers ertoe dat ze alle kleine bijvangst verplicht mee moeten nemen aan wal en niet meer overboord mogen gooien. Terwijl deze visjes nu nog voor een groot deel levend terug in zee gaan. [1] 
    • Veel regelgeving rond visserij komt op Europees niveau tot stand. Zo bepaalde de Europese Unie recentelijk dat het vanaf volgend jaar verboden is om bijvangst terug te gooien in zee: de zogeheten aanlandplicht. Ook werd dit jaar de pulsvisserij verboden, waarbij gevist wordt met netten die stroomstootjes geven. [2] 
  2. toevalsbevinding bij een onderzoek
    • De zaak kwam als bijvangst aan het rollen doordat justitie inzicht kreeg in de versleutelde PGP-berichten van de beruchte Amsterdamse crimineel Naoufal F., nadat die in beeld was gekomen als organisator van de mislukte liquidatie van de Amsterdamse crimineel Peter 'Pjotr' R., in 2015 in Diemen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen