bierbrouwen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·brou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bierbrouwen
brouwde bier
biergebrouwen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

bierbrouwen

  1. inergatief, (drinken) bereiden van een alcoholische drank uit gefermenteerde mout
     Door Mekaar-zanger en -bassist Kasper Peterson wilde bierbrouwen, en leerde dat van de Belgen.[2]
     Gisten zijn eencellige schimmels die suiker omzetten in alcohol en voor het bierbrouwen noodzakelijk zijn.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 september 2022 Weblink bron
    Bastiaan Nagtegaal
    “Hop hop hoera! De wederopstanding van de Nederlandse biercultuur” (25 oktober 2018) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 september 2022 Weblink bron
    Brigitte Osterath
    “Genetisch gemanipuleerd biergist produceert zelf hoparoma” (21 maart 2018) op nrc.nl op Wikipedia