bierbrouwer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bierbrouwer (hulp, bestand)
- IPA: /birbrɔuər/
Woordafbreking
- bier·brou·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bier en brouwer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bierbrouwer | bierbrouwers |
verkleinwoord | bierbrouwertje | bierbrouwertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bierbrouwer m
- (beroep) iemand die bier brouwt
- Hij wilde altijd al bierbrouwer worden.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bierbrouwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.