bewakingscentrale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wa·kings·cen·tra·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bewakingscentrale bewakingscentrales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bewakingscentralev / m

  1. plaats van waaruit men één of meer lokaties bewaakt
     De achtervolger die zijn object kwijtraakte in de metro nam meteen per radio contact op met een soort permanent bemande bewakingscentrale? En dan ging het werk verder met stilzittende achtervolgers voor grote schermen? Wanneer het object na meer of minder trucs ten slotte de metro verliet, gaf de bewakingscentrale het tijdstip en de positie door aan de aardgebonden eenheid? Het zou een effectieve verbetering zijn.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149