centrale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·tra·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrale centrales
verkleinwoord centraletje centraletjes

Zelfstandig naamwoord

centrale v / m [2]

  1. centraal punt in een stervormig netwerk met de belangrijkste functies b.v. een telefooncentrale
Hyponiemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

centrale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van centraal

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Bijvoeglijk naamwoord

centrale

  1. vrouwelijk enkelvoud van central