belastingakkoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingakkoord belastingakkoorden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het belastingakkoordo

  1. (economie) overeenstemming met betrekking tot de belastingheffingen
     President Obama heeft het Huis van Afgevaardigden opgeroepen het voorbeeld van de Senaat te volgen en voor het belastingakkoord te stemmen. "Hoewel noch de Democraten, noch de Republikeinen alles hebben gekregen wat ze wilden, is dit akkoord het juiste om te doen voor dit land. Het Huis moet het zonder uitstel goedkeuren".[1]
     Verslaggever Ron Fresen over de onderhandelingen over een belastingakkoord.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Is de fiscal cliff dan toch van de baan?” (Dinsdag 1 januari 2013, 10:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “'Tipje van sluier wordt opgelicht en dan gaat het achterkamertjes in'” (Dinsdag 16 juni 2015, 20:19), NOS