beklag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·klag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beklag | beklagen |
verkleinwoord | beklagje | beklagjes |
Zelfstandig naamwoord
het beklag o
- het zich beklagen
- Hij ging zijn beklag doen bij de directeur, die dit alles veroorzaakt had.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
beklag over iets doen:
- over iets klagen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord beklag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beklag" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ beklag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be