behandelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: behandelaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van behandelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behandelaar | behandelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de behandelaar m
- iemand die een patiënt probeert te genezen door middel van een behandeling
- ▸ Behandelaars in de basis- en gespecialiseerde ggz hebben kritiek op het verplicht aanleveren van informatie over hun patiënten bij de Nederlandse Zorgautoriteit, meldt dagblad Trouw.[1]
- ▸ Behandelaars in de basis- en gespecialiseerde ggz hebben kritiek op het verplicht aanleveren van informatie over hun patiënten bij de Nederlandse Zorgautoriteit, meldt dagblad Trouw.[1]
Gangbaarheid
- Het woord behandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kritiek op verplicht aanleveren van informatie ggz-patiënt bij toezichthouder” (21-7-2022), NOS