behandelaars

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·han·de·laars

Zelfstandig naamwoord

de behandelaarsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behandelaar
     Behandelaars in de basis- en gespecialiseerde ggz hebben kritiek op het verplicht aanleveren van informatie over hun patiënten bij de Nederlandse Zorgautoriteit, meldt dagblad Trouw.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2022 Weblink bron “Kritiek op verplicht aanleveren van informatie ggz-patiënt bij toezichthouder” (21-7-2022), NOS