begrijpelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·grij·pe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen begrijpelijk begrijpelijker begrijpelijkst
verbogen begrijpelijke begrijpelijkere begrijpelijkste
partitief begrijpelijks begrijpelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

begrijpelijk

  1. op een manier voorgesteld die door anderen verstaan kan worden
  2. waarvoor anderen begrip kunnen opbrengen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be