banpaal

Uit WikiWoordenboek
Banpaal bij Hekendorp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ban·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banpaal banpalen
verkleinwoord banpaaltje banpaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de banpaalm

  1. (juridisch) een meestal stenen paal die de grens van de banne, het rechtsgebied, aangeeft van een stad. Banpalen markeerden daarmee tevens de stadsgrenzen
    • Soms zijn oude banpalen nu binnen de nieuwe gemeentegrenzen komen te liggen. 

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen