ballenhond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·len·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ballenhond ballenhonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ballenhondm

  1. (sport) hond die ballen opraapt tijdens een (tennis)wedstrijd
     Voor de jachthonden is het een leuk spel. Met hun neuzen schuiven ze de ballen uit de bosjes. Een jaar eerder werden er ook al dertig overhandigd. De voetbalclub blij, de honden blij. En als andere verenigingen ballenhonden Sita en Holly in willen schakelen? “Dat gaat niet gebeuren”, zegt Ten Thije met een lach.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Geen jochies maar ballenhonden bij voetbalclub WVV'34 in Hengevelde” (Redactie 14-09-16, 10:09 Laatste update: 12-04-17, 18:17 Bron: tubantia), Tubantia