ballenhond
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ballenhond (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bal·len·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ballenhond | ballenhonden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ballenhond m
- (sport) hond die ballen opraapt tijdens een (tennis)wedstrijd
- ▸ Voor de jachthonden is het een leuk spel. Met hun neuzen schuiven ze de ballen uit de bosjes. Een jaar eerder werden er ook al dertig overhandigd. De voetbalclub blij, de honden blij. En als andere verenigingen ballenhonden Sita en Holly in willen schakelen? “Dat gaat niet gebeuren”, zegt Ten Thije met een lach.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ballenhond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Geen jochies maar ballenhonden bij voetbalclub WVV'34 in Hengevelde” (Redactie 14-09-16, 10:09 Laatste update: 12-04-17, 18:17 Bron: tubantia), Tubantia