balansarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·lans·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balansarm | balansarmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de balansarm m
- de arm van een balansweegschaal waaraan zowel het te wegen object als de bekende gewichten hangen
Vertalingen
1. de arm van een balansweegschaal waaraan zowel het te wegen object als de bekende gewichten hangen
Gangbaarheid
- Het woord 'balansarm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balansarm" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be