atletiekbaan

Nederlands

atletiekbaan

Uitspraak

• Geluid:  atletiekbaan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• at·le·tiek·baan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  atletiek zn  en  baan zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	atletiekbaan	atletiekbanen
verkleinwoord	atletiekbaantje	atletiekbaantjes

Zelfstandig naamwoord

de atletiekbaan v / m

1. (sport) terrein waar atletiekwedstrijden gehouden kunnen worden

   ▸ Ik zit samen met Stig en Andri op de top van de Ulsberget en achter ons ligt de atletiekbaan en als we willen, kunnen we nog net de elfjarigen zien die zojuist met hun training zijn begonnen en heen en weer rennen langs de korte kant van de baan, terwijl hun trainer, waarschijnlijk een vader, naar hen staat te roepen, ze aanspoort om harder te lopen, beter en gecontroleerder - maar we zitten niet achterstevoren dus we horen ze alleen maar, in de verte, hun geroep en het geluid van hun voeten die heen en weer gaan over de sintels en voor ons, onder ons ligt Forus met zijn fabrieken en benzinestations en de Scania-garage, waar rijen trailers geparkeerd staan voor de nacht en ik had allang thuis moeten zijn, maar ik zit hier.

   ▸ Ze doet er alles aan om de beste van de wereld te zijn, maar het lichaam laat Dafne Schippers al een tijdje in de steek. Zware rugproblemen beperkten haar de laatste tweeënhalf jaar op de atletiekbaan.

Synoniemen

• wedstrijdbaan, renbaan, hardloopbaan

Vertalingen

    1. terrein waar atletiekwedstrijden gehouden kunnen worden   

Engels: athletics track (en)

Gangbaarheid

• Het woord atletiekbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.