arbeidsonrust
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·on·rust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsonrust | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) ontevredenheid bij personeelsleden over de arbeidsvoorwaarden
- ▸ President Zuma van Zuid-Afrika ligt onder vuur omdat hij er niet in slaagt de arbeidsonrust te beëindigen. De stakingen zijn inmiddels ook overgeslagen naar andere industrietakken, de transportsector en de spoorwegen.[2]
- ▸ Griekenland zit al vijf jaar in een recessie. De coalitieregeringen voerden de afgelopen jaren strenge bezuinigingen door: de uitgaven werden beperkt en de lonen en pensioenen gingen drastisch omlaag. Dat heeft geleid tot hoge werkloosheid en veel arbeidsonrust in de Griekse samenleving.[3]
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsonrust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “ (Zondag 14 oktober 2012, 10:36), Wikipedia
- ↑ Weblink bron “Cruciale stembusstrijd Griekenland” (Zondag 17 juni 2012, 03:17), NOS