approximeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ap·proxi·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse approximer (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
approximeren |
approximeerde |
geapproximeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
approximeren
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'approximeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal