antiekzaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·tiek·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antiekzaak antiekzaken
verkleinwoord antiekzaakje antiekzaakjes

Zelfstandig naamwoord

de antiekzaakv / m

  1. (economie) winkel waar men antieke spullen verkoopt
     A Hard Days Night was de klassieke Beatles-opening na het door een regenbui verlate begin. Save Us volgde en Can't Buy My Love. McCartney bracht het allemaal als de eigenaar van een keurige antiekzaak op het platteland van Sussex, zij het dat het aangebodene hier en daar duidelijk barsten vertoonde. Hij praatte met schorre stem en haalde soms de hoge tonen niet, zoals in Maybe I’m Amazed.[2]
     Een grote brand in Alkmaar, op een industrieterrein. De brand brak rond 01.00 uur vanochtend uit in een antiekzaak op het terrein.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “Pinkpop: spotten met leeftijden van sterren die van geen wijken weten” (Maandag 13 juni 2016, 01:38), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “Grote brand op industrieterrein Alkmaar” (Vrijdag 24 januari 2014, 05:56), NOS