aanwaggelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwaggelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·wag·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en waggelen ww
Werkwoord
aanwaggelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanwaggelen |
waggelde aan |
aangewaggeld |
zwak -d | volledig |
- op een langzame, slingerende, onzekere manier lopend naderen met name van eenden
Gangbaarheid
- Het woord aanwaggelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.