aanvangsdatum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vangs·da·tum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvangsdatum aanvangsdatums
aanvangsdata
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvangsdatumm

  1. (tijdrekening) dag op de kalender dat iets begint
     Saudi-Arabië zat sinds de uitschakeling in de Azië Cup in januari zonder coach. Ricardo Gomez leek Nasser Al Johar op te zullen volgen, maar de Braziliaan kon het niet eens worden met het land over de aanvangsdatum van zijn contract.[1]
     Een woordvoerder van de regering heeft het bericht dat de Spelen afgelast gaan worden, inmiddels ontkend. "Er is geen waarheid in het bericht over de mogelijke afgelasting van de Olympische Spelen." De Japanse premier Yoshihide Suga wilde niet reageren, maar zei in het Japanse parlement vrijdag dat hij samen met de stad Tokio en het Japans Olympisch Comité werkt om de Spelen op de geplande aanvangsdatum van 23 juli te organiseren.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “Rijkaard bondscoach Saudi-Arabië” (29-06-2011), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “Onrust groeit: volgens The Times gaan Spelen niet door, premier ontkent” (22-01-2021), NOS