aanswitchen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanswitchen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanswɪtʃəŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·swit·chen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en switchen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanswitchen |
switchte aan |
aangeswitcht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanswitchen
- overgankelijk activeren, in gang zetten, van stroom voorzien
- U moet het alarm weer aanswitchen na een stroomstoring.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanswitchen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal