Spanish

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • Span·ish
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelengelse bijvoeglijke naamwoord Spainish
  • Engels zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ish
enkelvoud meervoud
Spanish -

Zelfstandig naamwoord

Spanish

  1. (taal) Spaans, o
  2. Spanjaarden, mv
stellend vergrotend overtreffend
Spanish more Spanish most Spanish

Bijvoeglijk naamwoord

Spanish

  1. (demoniem) Spaans
    «A British millionaire gold dealer and jeweller has been shot dead at his Spanish mansion.»
    Een Britse miljonair goudhandelaar en juwelier is worden doodgeschoten in zijn Spaanse villa.
Verwante begrippen