KvK
Niet te verwarren met: KVK |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- KvK
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | KvK | KvK's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) (Nederland) (verouderd) instelling met regionale vestigingen die bedrijven officieel registreren en advies en steun geven
Een belangrijke taak van de Kamer van Koophandel is het houden van het wettelijke Handelsregister.- ▸ Om de overlast voor ondernemers te beperken zal de KvK de telefoonnummers van eenmanszaken, vof’s en maatschappen niet meer online verstrekken.[1]
Schrijfwijzen
- KVK (als naam ingevoerd vanaf 2018)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'KvK' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Simone Peek“KvK haalt telefoonnummers zzp’ers uit online adresbestand” (8 november 2018) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Initiaalwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal