KVK
Niet te verwarren met: KvK |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- KVK
Woordherkomst en -opbouw
- (initiaalwoord) Kamer van Koophandel, geschreven met hoofdletters volgens spellingregel 17.C (donorprincipe) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | KVK | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) (Nederland) (verouderd) instelling met regionale vestigingen die bedrijven officieel registreert en advies en steun geeft
Een belangrijke taak van de Kamer van Koophandel is het houden van het wettelijke Handelsregister.- ▸ Het publiceren van adresgegevens – gevonden via de KVK – en het bezoeken van de huizen van politici, journalisten, en columnisten is standaard onderdeel van intimidatiecampagnes geworden.[2]
Schrijfwijzen
- KvK (gangbare afkorting tot 2019)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'KVK' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Van Kamer van Koophandel naar KVK” (9 dec 2018) op kvk.nl
- ↑ Weblink bron Zihni Özdil e.a.“Kamer van Koophandel maakt van zzp’er schietschijf” (15 april 2021) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Initiaalwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal