Fährunglück

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Fähr·un·glück
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de zelfstandige naamwoorden Fähre met verval van de 'e' en Unglück met het voorvoegsel un-
enkelvoud meervoud
nominatief das Fährunglück die Fährunglücke
genitief des Fährunglücks der Fährunglück
datief dem Fährunglück den Fährunglücken
accusatief das Fährunglück die Fährunglücke

Zelfstandig naamwoord

Fährunglück, o

  1. (scheepvaart) veerbootongeluk
    «Mehr als 100 Menschen werden nach einem Fährunglück in Bangladesch vermisst.»
    Meer dan 100 mensen worden vermist na een veerbootongeluk in Bangladesh.