zwommen rond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwom·men rond
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondzwemmen |
zwommen (...) rond
- meervoud verleden tijd van rondzwemmen
- Wij zwommen rond.
- Jullie zwommen rond.
- Zij zwommen rond.
- Wij zwommen rond.
Gangbaarheid
- Het woord zwommen rond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.