zwommen droog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwom·men droog
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
droogzwemmen

zwommen droog

  1. meervoud verleden tijd van droogzwemmen
    • Wij zwommen droog. 
    • Jullie zwommen droog. 
    • Zij zwommen droog. 


Gangbaarheid