zwartjoekels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwartjoekels (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwɑrtjukəls / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zwart·joe·kels
Woordherkomst en -opbouw
- zwartjoekel met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de zwartjoekels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zwartjoekel
- ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
- ▸ De Jeugd struikelt over eigen benen met slecht cabaret waarin donkere jongens gewoon negers heten, of anders wel zwartjoekels, en waarin vrouwen worden teruggebracht tot de naakte essentie van schuddende konten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zwartjoekels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jan Vollaard“Gemakzuchtige teksten over kater na nacht stappen” (2 mei 2008) op nrc.nl