zwaartelozer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaar·te·lo·zer
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

zwaartelozer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van zwaarteloos
    • Laat men eerlijk zijn tegenover zichzelf en weten dat het Concertgebouworkest in zijn tegenwoordige vorm zeer veel moeite heeft met de spitse intelligentie en de elegantie van een Strauss, die veel en veel zwaartelozer en moeitelozer moet worden gejongleerd (…) [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen