zonnebaadt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·baadt

Werkwoord

vervoeging van
zonnebaden

zonnebaadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonnebaden
    • Jij zonnebaadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonnebaden
    • Hij zonnebaadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zonnebaden
    • Zonnebaadt!