zom
Uiterlijk
zom m
- (spreektaal) man, vent
- «Je n'aurais jamais dû parler à mon zom de mes masques de beauté.»
- Ik had het nooit met mijn man over mijn schoonheidsmaskers moeten hebben. [1]
- «Je n'aurais jamais dû parler à mon zom de mes masques de beauté.»