zint
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zint
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zinnen |
zint
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinnen
- Jij zint.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinnen
- Hij zint.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zinnen
- Zint!
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zinnen |
zint
- onpersoonlijke tegenwoordige tijd van zinnen