zingcicadeachtige
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zing·ci·ca·de·ach·ti·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zingcicadeachtige | zingcicadeachtigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zingcicadeachtige
- (halfvleugeligen) halfvleugelige uit de infraorde Cicadomorpha van insecten die behoren tot de orde halfvleugelige insecten (Hemiptera) en de onderorde cicaden (Auchenorrhyncha)
Hyperoniemen
Hyponiemen
- bloedcicade, doorncicade, groene rietcicade, mannacicade, rododendroncicade, schuimbeestje, zangcicaden
Gangbaarheid
- Het woord 'zingcicadeachtige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.