Naar inhoud springen

ziegezaagt

Uit WikiWoordenboek
  • zie·ge·zaagt
vervoeging van
ziegezagen

ziegezaagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ziegezagen
    • Jij ziegezaagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ziegezagen
    • Hij ziegezaagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ziegezagen
    • Ziegezaagt!