zermi
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
zermi m
- (spreektaal) misère, ellende
- «J’ai plus une seule thune en poche, c’est vraiment la zermi!»
- Ik heb geen cent meer op zak, wat een ellende! [1]
- «J’ai plus une seule thune en poche, c’est vraiment la zermi!»